Verklarende woordenlijst
AED Automatische externe defibrillator. Een apparaat dat het hartritme van de patiënt analyseert en een elektrische schok toedient als er een schokbaar ritme wordt waargenomen. |
|
Asystolie detectiedrempel/drempelwaarde Wanneer er geen hartactiviteit is, spreken we over asystolie. De hartactiviteit van een slachtoffer wordt gemeten in microvolt. De drempelwaarde voor asystolie is het MicroVolt-niveau dat nog door de AED kan worden gedetecteerd. Dit is de waarde die de AED registreert voordat hij aangeeft dat het beter is om met borstcompressies te beginnen. De borstcompressies verhogen namelijk de kans dat het hart succesvol reageert op een toegediende schok en het normale hartritme herstelt. |
|
CPR Cardiopulmonaire resuscitatie. Hierbij wordt mond-op-mondbeademing en hartmassage toegepast op een patiënt met een hartstilstand. |
|
Defibrillatie Toediening van een elektrische schok aan het hart om ventriculaire fibrillatie op te heffen. |
|
Defibrillatie-elektroden Wanneer de elektroden op de ontblote borst van de patiënt worden aangebracht, wordt het hartritme van de patiënt bewaakt en word het moment geïdentificeerd waarop een schok moet worden afgegeven. |
|
ECG Elektrocardiogram. Een samengesteld beeld van wat er elektrisch gezien in het hart gebeurt. |
|
Fibrillatie Chaotische activiteit van het elektrische systeem van het hart. Deze aandoening kan zich in de atria of de ventrikels voordoen. Wanneer de aandoening zich in de ventrikels voordoet, trillen deze snel en chaotisch, waardoor ze geen bloed door het lichaam kunnen pompen. |
|
Gebruiker De persoon die een patiënt met een hartstilstand help. Wordt ook ‘reanimator’ genoemd. |
|
Hartaanval Een onduidelijke term die naar het afsterven van hartspierweefsel verwijst als een gevolg van een onderbreking van de bloedtoevoer. Wordt vaak verward met een hartstilstand. |
|
Hartritme-analyse Het schokadviessysteem analyseert het hartritme van de patiënt. |
|
Hartstilstand Het stilvallen van het hart waardoor hartslag, pulsatie en ademhaling stoppen. |
|
Impedantie Weerstand tegen zich door het lichaam verplaatsende elektrische stroom. |
|
IP waarde De waterdichtheid en stofdichtheid wordt weergegeven in de ‘’IP classificatie’’ waarbij IP staat voor International Protection. De IP beschermingsgraad wordt aangegeven door twee cijfers. Het eerste cijfer voor de bescherming tegen het binnendringen van voorwerpen en stof, het tweede cijfer is de bescherming tegen water. |
|
Joule Maat voor de hoeveelheid energie die door een defibrillator wordt afgegeven. |
|
LED Lichtgevende dioden. |
|
Metronoom Een geluidssignaal die het ritme van de hartmassage begeleidt door een tik of piep te laten horen, zo kan de gebruiker beter het juiste ritme aanhouden. |
|
Myocard infarct De precieze term voor wat gewoonlijk met hartaanval wordt bedoeld: het afsterven van hartspierweefsel als gevolg van een onderbreking van de bloedtoevoer naar het desbetreffende gebied van het myocard. |
|
Niet-schokbaar ritme Een door de defibrillator waargenomen hartritme dat geen schok nodig heeft, maar wellicht wel CPR. |
|
Schokbaar ritme Een door de defibrillator waargenomen hartritme dat een schok nodig heeft, bijvoorbeeld bij ventriculaire fibrillatie. |
|
Semi automaat Bij een semi automatische AED zal de gebruiker zelf op de opvallende knipperende schokknop moeten drukken, wanneer de defibrillator een stemmelding geeft om de schok toe te dienen. |
|
Ventriculaire fibrillatie Een levensbedreigend, chaotisch hartritme. |
|
Ventriculaire tachycardie Snel hartritme dat in het ventrikel ontstaat. |
|
Vol automatische AED Als de defibrillator een schokbaar ritme waarneemt, waarschuwt deze de gebruiker voordat de schok wordt toegediend waarna de defibrillator de schok toedient zonder dat de gebruiker iets hoeft te doen. |
|
Zelftest Iedere AED voert een dagelijkse of wekelijkse zelftest uit, bij deze zelftest wordt het stroomcircuit van de defibrillator getest om te controleren of de defibrillator klaar is voor gebruik en nog in optimale toestand verkeert. |